Bestellen

Video bekijken

Installatievoorschrift

Installatie knelring

Technische documentatie

Knelkoppelingen staalverzinkt van BONFIX

Dé knelkoppeling voor de cv-installatie

BONFIX beschikt over een compleet programma staalverzinkte knelkoppelingen. Door middel van een speciale knelring kan een verbinding tussen dikwandige en dunwandige buis tot stand gebracht worden. Deze knelring staat garant voor een goede afdichting welke door TNO getest is. De grote diversiteit van deze koppelingen is het unieke kenmerk van dit programma.

BONFIX staalverzinkte knelkoppelingen worden uitsluitend toegepast voor CV-installaties. Andere toepassingen zijn alleen mogelijk na schriftelijke toestemming van BONFIX B.V.

De voordelen van BONFIX staalverzinkte knelkoppelingen:

• Groot en breed assortiment
• Grote diversiteit
• Uit voorraad leverbaar
• Mooi design

Staalverzinkte knelfittingen

BONFIX staalverzinkte knelkoppelingen worden toegepast met standaard in de markt verkrijgbare dunwandige staalverzinkte buis. De koppelingen kunnen worden toegepast binnen een temperatuurbereik van: 0 °C tot +90 °C, de piektemperatuur is +120 °C. De maximale druk is 10 bar bij +15 °C en 6 bar bij +90 °C.

Buizen

Onderstaande buizen kunnen met BONFIX staalverzinkte knelkoppelingen worden toegepast:

• Dunwandige, staalverzinkte buis naadloos of gelast volgens EN 10303-2 (voorheen DIN 2393) of EN 10305-3 / NEN1982 (voorheen DIN 2394).
• Dikwandige stalen cv-buis vervaardigd volgens DIN 2440 en ISO R65.
• Koperen buis hard, halfhard en zacht met afmetingen volgens EN 1057, wanddikte volgens KIWA BRL-K760/03. Koperen buis met KIWA-keur voldoet aan de gestelde eisen. Bij gebruik van koperen buis halfhard of zacht dient een steunhuls toegepast te worden.

Het is mogelijk om buizen van verschillende materialen met eenzelfde type knelkoppeling te gebruiken, waarbij men rekening dient te houden met een variatie van de knelringen. Verder zijn combinaties van dun- en dikwandige buizen mogelijk tot en met de maat 2”. De dikwandige knelringen vangen het maatverschil op tussen de dik- en dunwandige buizen. Voor ringen in de maten 1½” en 2” zijn speciale koppelingen vereist. Zie hiervoor de koppelingen dikwandig waarvan de artikelnummers beginnen met 563.., 564.. en 565..

1. De buis op de juiste lengte inkorten.

2. Eventuele bramen verwijderen en buiseinde controleren op krassen, verontreinigingen of vervormingen.

3. Schuif vervolgens de wartelmoer op de buis en daarna de knelring. Controleer de fitting op de juiste positie van de knelring. Steek van de knelringen voor dikwandige buis de langste zijde van de ring in de fitting. Steek de buis in de fitting tot de aanslag. De ring moet nu tegen de konische zitting van de fitting aanliggen.

4. Draai de wartelmoeren handvast aan en trek ze met een passende steeksleutel 1½ omwenteling na (= 9 sleutelvlakken). Bij een knelring voor een dikwandige buis de wartelmoer na de eerste warmtecyclus nog min. ½ omwenteling natrekken (= 3 ½ sleutelvlakken).

1. Steek de dikwandige ring met de lange zijde in de fitting.

2. Knelkoppelingen met ringen voor dunwandige en dikwandige buis na montage.

3. Knelkoppeling met ring voor dunwandige buis na montage.